Tuesday, March 22, 2011

Karate Bob en het geheim van Paleis Noordeinde

Hij stond voor Paleis Noordeinde vandaag. Met op z’n bord een lange leestekenloze zin. De perfecte illustratie bij zijn hijgerige boodschap. Zo’n man waaraan je ziet dat hij thuis niet meer gecorrigeerd wordt. Z’n vermoeide vrouw smeert nog wel boterhammen voor hem, op de ochtend van weer zo’n zinloze expeditie. En zegt:”Het kan nog verraderlijk fris zijn. Vergeet je hoed en je sjaal niet.” Vanavond komt hij thuis. Moe maar voldaan vertelt hij zijn vrouw dat hij wel 25 flyers heeft uitgedeeld. Hij is zelfs op de foto gezet. Misschien wel door een journaliste. Wie weet schrijft ze er wel een stukje over. Wie weet….


Ik kwam hem tegen toen ik even naar buiten liep om te lunchen. Alleen z’n bord mocht ik niet fotograferen; hij wilde er zelf ook op. Nu zit ik weer achter m’n bureau en ik moet steeds aan hem denken. Wat is dit voor man? Wat drijft hem? En waarom is hij zo lachwekkend en zielig tegelijk? Ik neem aan dat ik niet de enige ben die complottheorieën (en de mensen erachter!) eindeloos fascinerend vindt. Dat klopt. In 2009 verscheen het boek Voodoo Histories van David Aaronovitch. Ik moet het hebben, dat boek! Het beschrijft onder andere de zeven kenmerken van een goede complottheorie. Zo is er altijd sprake van een kleine verdorven elite (check!), worden op het oog betrouwbare, maar eigenlijk vrij dubieuze experts aangehaald (check!) en is de kennis die de complotdenker heeft ‘gevaarlijk’. De elite wil hem het zwijgen opleggen! (check!). De complotman die ik tegenkwam heeft daarbij bovendien een fantastische troef in handen: Karate Bob! Dit is geen complot, dit is een stripverhaal! Verfilmen die boel!

Ook een complotdenker? Verdiep je in het verhaal van mijn complotman.

Geen interesse in Karate Bob? Lees hier de recensie van het boek Voodoo Histories: http://www.nrcboeken.nl/recensie/het-toeval-mag-geen-toeval-zijn

De wondere wereld van de verzamelaar

Sinds een paar weken dwaal ik rond in de wondere wereld van de verzamelaars. Mijn schoonouders gaan verhuizen en ruimen op. En aangezien mijn schoonvader vroeger een kruidenierswinkel had, staat het huis vol met oude blikken, verpakkingen, reclamemateriaal enzovoort. Dat kan niet allemaal mee en weggooien is zonde. Dus Google ik me suf naar verzamelaars van Droste, Flipje, Boldoot, Douwe Egberts, Van Nelle en Coca Cola. En wat je dan allemaal tegenkomt!

Zo bestaat er in Nederland een heuse vereniging van Coca Cola verzamelaars: The Enjoyer. Het topstuk van een Coca-Cola verzameling? Een ongeopend flesje met ‘vreemd object’. Getuige deze advertentietekst:

“Wij zijn de trotse bezitters van een ongeopend Coca Cola flesje (1994) met een vreemd object in. Waarschijnlijk is dit een stuk van een machine die tijdens het productieproces in het flesje is gevallen. Het flesje dateert van 1994 en is ongeopend.”

Door al dat gegoogle vergaar ik meer kennis dan me lief is. Zo weet ik inmiddels dat Droste-verzamelaars kicken op blikjes waar de verpleegster een rood kruis op haar arm heeft, dat er wel vijf kruideniersmusea in Nederland zijn die zich aanprijzen als “het kleinste museum van Nederland” en dat je oude blikken niet moet wassen, maar een nacht in de vaseline moet zetten.

In juni gaan mijn schoonouders verhuizen. Dan zijn zij als het goed is heel veel oude spullen lichter. En ik? Ik zit overvol met onzinnige weetjes. Zie die maar weer eens kwijt te raken!

p.s. Ken je iemand met een wilde passie voor oude kruideniersspullen? Laat het weten! We hebben nog zo’n veertig strekkende meter te gaan!

Monday, March 14, 2011

Lifehack-tips: het nieuwe spreekwoordenboek

Stel je voor: je huis opgeruimd, je financiën op orde, je kinderen in het gareel en jijzelf fit, slank, gezond en altijd op tijd met alles. Wie wil dat nou niet? Ik dolgraag. Zeker sinds ik een ongebonden freelancebestaan leid, vind ik mezelf
maar een chaoot. Ik maak actiepuntenlijstjes bij de vleet, maar ontdek na een halve ochtend dat iets anders toch belangrijker was. Uitstelgedrag? Ik ben ervoor geboren!

Gelukkig staat het internet vol met ‘bruikbare’ tips om je leven te beteren. Lifehacks, worden ze ook wel genoemd. De meeste tips gaan over uitstelgedrag (in het Engels ‘procrastination’, wat een heerlijk woord!) of het opruimen van je huis. Check maar op lifehack.org, lifehacker.com, lifehacking.nl. Of zoek in twitter eens op de hashtag #opruimtip. Je kunt er uren zoet mee zijn, als je geen zin hebt om te werken. En nee, dat is geen uitstelgedrag, dat is heel nuttig. Hoewel…

Als je maar genoeg van die lifehack-tips leest, ga je een patroon zien. Een nogal simpel patroon. In feite zijn die tips niets anders dan oud-Hollandse spreekwoorden en gezegden in een nieuwe vorm. Waarheden als koeien. Betuttelend, betweterig, geen speld tussen te krijgen. En dus gigantisch irritant. Een voorbeeld:

Dat is natuurlijk gewoon het aloude afgesleten ‘Jong geleerd, oud gedaan.’


Wat dacht je van: ‘De eerste klap is een daalder waard’? Of: ‘Een pen per dag is een hemdsmouw in een jaar’?

Geen spreekwoord, maar lijkt verdacht veel op wat je moeder vroeger zei:”Eerst je groente opeten!”.

Een variatie op ‘na gedane arbeid is het goed rusten’. Of, nog moralistischer: “Loon naar werken.”


De meest betweterige las ik laatst op de website lifehack.org:

“Don’t procrastinate. Look at your to-do list and actually do everything on it.”

Met andere woorden:


Overigens zijn lang niet alle spreekwoorden irritant. Neem nou het 'spreekwoord van de dag' bovenaan dit stukje. Die is me uit het hart gegrepen!

Monday, March 7, 2011

Het is een lifestyle, geen voorjaarsschoonmaak!

Het is weer zover. Plotseling heb ik het idee dat alles anders moet in mijn leven. Nou ja, niet alles. Vooral materieel mag er, zo heb ik besloten, wel iets veranderen. Er is hier in huis teveel van alles. Teveel boeken, teveel pennen, teveel glazen in de keukenkast. En dat moet veranderen!

Deze plotselinge opruimdrang heeft drie oorzaken. Om te beginnen: het wordt lente. En hoezeer ik de damesbladachtige ‘grote schoonmaak’ ook veracht, ze hebben wel gelijk. Met het lengen van de dagen groeit ook de behoefte aan het opruimen van het nest. Tweede reden: de afgelopen week leefde ik in een huurappartement in Lissabon. Een groot appartement, maar heerlijk leeg. Zo werkt dat met vakantiehuisjes: alleen het noodzakelijke is aanwezig. Het bleek een zegen. Opruimen? Doodsimpel! Wassen? Eitje! Natuurlijk, het vakantiegevoel deed ook z’n werk. Maar toch. Dat lege appartement gaf zo’n lekker Zen-gevoel.












Tot slot: de aanstaande verhuizing van mijn schoonouders. Ergens tegen de zomer gaan ze het huis verlaten waar mijn schoonvader maar liefst 82 jaar gewoond heeft. Dit weekend maakten we een begin met opruimen. En zag ik in de praktijk hoe zinloos bewaren eigenlijk is. Een ijsmuts die misschien ooit nog van pas komt (20 jaar ongebruikt), twee strandballen nog in de verpakking (15 jaar ongebruikt), fondueborden en vorken die nooit meer in de mode zullen komen (17 jaar ongebruikt), tachtig bakjes met schroeven (voor als je ooit die ene nodig hebt). Jarenlang is alles zorgvuldig bewaard. Het nam ruimte in en gaf meer last dan plezier. En nu? Nu gaat alles vrijwel ongezien weg. Stel je voor hoeveel lichter het leven geweest was zonder al die spullen!

Nu heb ik wel vaker een bevlieging, dus ik kijk het nog even aan. Misschien waait deze opruimdrang wel weer over. Ondertussen lees ik me vast een beetje in. Ik ben namelijk niet de enige die op zoek is naar versimpeling. Aanvoerder van de opruimbeweging is wel Dave Bruno. In 2008 nam hij zich voor een jaar te leven met maximaal 100 persoonlijke bezittingen. Hij hield (en houdt) er een blog over bij, dat blijkbaar al veel wereldverbeteraars en celebrities beïnvloed heeft. Ik heb er een korte blik op geworpen. Conclusie? Onhaalbaar, niet aan beginnen. En dat werkt grappig genoeg ook weer heel kalmerend. Al heb ik me – in een variant op Dave’s levensmotto – wel voorgenomen wat meer weg te gooien. Want hoewel een leven met ‘100 items or less’ me niet haalbaar lijkt, uit dit huis kunnen zeker ‘100 items or more’ verdwijnen. Een mooie klus voor de komende weken! Of ben ik dan stiekem toch bezig met de grote voorjaarsschoonmaak?


p.s. Dat appartement in Lissabon was, behalve lekker leeg, ook gewoon geweldig. Geschikt voor maximaal 7 personen. En betaalbaar. Zie de site!

Thursday, February 17, 2011

Jenny, Henny en Kenny. Damn autocorrect!

Sommige ergernissen zijn, hoe klein ook, toch extreem irritant. Neem nou het slepende conflict dat ik al jaren heb met m’n iPhone. Ik heet Jenny, maar dat ding blijft me consequent Henny of Kenny noemen. En aangezien je je naam meestal als allerlaatste onder een sms-je of mailtje typt, is het aantal berichten dat ik per ongeluk heb ondertekend met Kenny of Henny inmiddels ontelbaar.

Iedereen die ik lastigviel met mijn ergernis riep hetzelfde: Als je je naam maar vaak genoeg intypt, gaat ie ‘m vanzelf onthouden. Vergeet het maar. Ik heb die telefoon nu twee jaar, maar het is nog steeds Henny voor en Kenny na. Deze week was ik het zat. Ik besloot een uur lang niets anders te doen dan mijn eigen naam intypen op m’n iPhone. Het werd één lang virtueel misverstand. Ik typte ‘Jenny’, de autocorrect zei: Kenny. Of Henny. Niets hielp. M’n iPhone wilde me niet kennen.











Gelukkig brengt een beetje Googelen in dit soort gevallen uitkomst. De oplossing is simpel, maar bizar. Voor iedereen die geen Kenny of Henny heet, doe ik hem hier graag uit de doeken.

Stap 1: ga naar je instellingen, kies voor ‘algemeen’, dan voor ‘toetsenbord’ en dan voor 'internationale versies'. Kies daar voor 'voeg toe'.






Stap 2: kies uit de lijst met internationale toetsenborden voor ‘Japans Ten Key’. Jawel, echt doen!







Stap 3: ga terug naar het scherm ‘toetsenbord’. Je hebt daar nu een nieuwe knop gekregen: ‘wijzig gebruikerswoordenboek’. Kies hiervoor.






Stap 4: klik op het plusje en voeg bij ‘woord’ je naam (of een ander woord dat je wilt toevoegen) toe. Bij ‘Yomi’ vul je niets in.

That’s all! Je iPhone zal nu niet meer zeuren dat ie het woord niet kent. Hij zal het ook niet spontaan voor je aanvullen, maar ach. Je kunt niet alles verwachten. Waar deze vreemde oplossing vandaan komt? De functie is bedoeld voor Japanse gebruikers (met de Chinese toetsenborden werkt ’t ook, schijnt). Zij kunnen in het gebruikerswoordenboek shortcuts invullen die de iPhone dan zelf vervangt door Japanse tekens. Die laatste vult een Jappanner ook in (onder ‘Yomi’).


Ach, het is natuurlijk niets om je druk over te maken. Maar wel lekker om deze ergernis kwijt te zijn. Eén nadeel: ik mis Kenny en Henny een beetje. Hoe zou het met ze zijn?

O ja, ik ben niet de enige met autocorrectproblemen. Zie de site 'damnyouautocorrect.com'.

Monday, February 7, 2011

Ik en m'n Livescribe (deel 1)

Twee weken geleden kocht ik m’n gedroomde gadget: de Livescribe Echo Smartpen. Een pen die filmt wat je schrijft, opneemt wat er gezegd wordt en die geluidsopnamen en aantekeningen aan elkaar linkt. Het klinkt abstract, maar mij leek het handig. Bovendien leek het me leuk om, als wannabe gadgetblogger, de pen na het eerste gebruik messcherp op mijn blog te recenseren. Met filmpjes en zo. En daar liep ik vast. Want hoe simpel en klein de pen ook is, het is onmogelijk mijn ervaring met de pen in een kort filmpje te vangen. Het is een complex ding, en ook mijn mening over de pen is nog niet echt gevormd. Daarom hieronder wat gedachten bij het eerste gebruik. En een filmpje van een ander: de Livescribe bij De Wereld Draait Door.

Het gebruik. Ik voer vaak gesprekken waarbij ik aantekeningen moet maken. interviews, projectbesprekingen, van die dingen. Steevast denk ik op cruciale momenten ‘ach, dit onthoud ik wel’. Ik schrijf twee handige steekwoorden op (‘nagaan trends’) die bij later teruglezen alleen vragen oproepen. Wat bedoelde ik daar? Voor die momenten leek de Livescribe me handig. Bij de pen hoort een speciaal schriftje. Je zet de pen aan, drukt op de opnameknop en begint aantekeningen te maken in het schriftje. Terwijl je schrijft, ‘filmt’ de pen je handschrift en maakt geluidsopnamen van het gesprek. Heb je een blackout bij het nalezen van je aantekeningen? Dan klik je met de pen op de gewraakte passage. En – o wonder! – er start een geluidsopname van precies dat punt in het gesprek. Een glasheldere geluidsopname trouwens. Ik gebruikte de pen bij een gesprek tussen drie mensen in een drukbezochte koffielounge. Bij naluisteren bleek alles letterlijk te verstaan. En ook het klikken en terughoren werkte perfect. Over de basics dus niets dan lof. Enige nadeel: je hoort ook jezelf. Daar moet je tegen kunnen.

De bijgedachten. Het kan aan mijn beginnersstatus liggen, maar de Livescribe leidde me in de eerste gesprekken behoorlijk af. Schreef ik voorheen gewoon als een dolle mee, nu ging ik nadenken. ‘Ik hoef dit niet op te schrijven, het wordt toch opgenomen.’ ‘Maar als ik niets opschrijf, kan ik later ook niet op een woord klikken terug te luisteren.’ En zo waren we weer vier zinnen verder. De Livescribe verandert je manier van aantekeningen maken. Geen zinnen meer, maar steekwoorden. Dat volstaat. Vooral omdat je later, als je de opname terugluistert, weer aantekeningen kunt toevoegen, dingen kunt onderstrepen, sterretjes bij belangrijke uitspraken kunt zetten. Ook daarvan slaat de pen op bij welke fragmenten van het gesprek ze horen. Superhandig en na drie gesprekken werd ik er heel rustig van. Maar het was wel even wennen.

De vertraging. Iets wat ik me vooraf niet gerealiseerd had: je schrijft iets pas op, als het al uitgesproken is. Als iemand mij in een interview iets vertelt over zijn motivatie, dan schrijf ik het woord ‘motivatie’ pas op als het gesprek al een stukje verder is. Klik je later in je aantekeningen op ‘motivatie’, dan hoor je dus iets wat daarna pas gezegd is. Om het juiste fragment te horen, moet je altijd klikken op een eerdere aantekening. Tja. Ook hier helpen korte steekwoorden die je snel op kan schrijven. Hoe meer je ‘in sync’ blijft met het gesprek, hoe beter.

Het digitaliseren. Het gebruik van de Livescribe beperkt zich niet tot het bijgeleverde schriftje. Met een snoertje kun je de pen aan je computer hangen. Het gefilmde handschrift en de geluidsopnamen kun je vervolgens op je scherm teruglezen en –luisteren. Nee, hij zet de tekst niet in Word (dat kan overigens wel, met een apart programmaatje). Het is echt een filmpje/plaatje van wat je geschreven hebt. Een ‘pencast’ noemt Livescribe het zelf. Je kunt ‘m online delen met je gespreksgenoten, maar ook via een App synchroniseren met je iPhone of iPad. Erg handig, want met die ene iPad heb ik nu niet alleen al mijn digitale documenten bij me, maar ook mijn aantekeningen. Het werkt precies zoals het schriftje. Klik op een woord dat je hebt geschreven en je hoort het bijbehorende geluidsfragment. Erg fijn. Minder fijn is dat ik heel ‘lichtvoetig’ blijk te schrijven. Daardoor mist de Livescribe-camera soms delen van mijn handschrift. In het schriftje zie je daar niets van, maar in de digitale versie staan er ineens zinnen als:

Bewustwording helpt, heb ik inmiddels ervaren. Maar nu let ik bij elk gesprek ineens weer obsessief op m’n handschrift. Zal ook wel overgaan.

De beperking. Het afgelopen jaar stond, ook bij mij, in het teken van de iPad. Ik ben en blijf enthousiast over dat ding. Vooral omdat je er zoveel mee kunt. Ik hou m’n mail en agenda bij op de iPad, maak er to-do-lijstjes op, doe spelletjes, twitter, leer Portugese woordjes, enzovoort. De iPad heeft van mij een verwend digitaal wezen gemaakt. Met nadelige effecten voor de Livescribe. Dat is namelijk een pen. Punt. Een slimme pen, dat wel. Maar meer is het niet. En gek genoeg maakt dat het lastig om ‘echte liefde’ voor de pen te voelen. Je hebt ‘m niet altijd nodig. Hij ligt niet op m’n nachtkastje. En hoe handig ie ook is, we zijn inmiddels meer gewend van een gadget. Dat weet Livescribe zelf ook. Daarom heeft de pen een eigen app-store. Daar kun je bijvoorbeeld een Engels-Spaans woordenboek downloaden. Schrijf een Engels woord, klik erop, en de Livescribe geeft de Spaanse vertaling. Ik vind ‘m te duur (een paar euro, maar toch…), maar mijn pen heeft wel een demoversie. En die werkt echt. Schrijf ‘please’ en mijn pen zegt ‘por favor’. Fantastisch natuurlijk, maar ik hou het voorlopig even bij de pen alleen.

De vicieuze cirkel. Tot slot nog dit: de Livescribe is – zoals overigens alle gadgets – een aandachttrekker. En dat heeft vreemde gevolgen. Bij alle gesprekken die ik voerde, raakten mijn gesprekspartners gefascineerd door het ding. ‘Wat is dat?’ Hoe werkt dat?’ ‘Wat kost dat?’. Met als gevolg dat een flink deel van mijn Livescribe-opnamen tot nu toe bestaat uit geklets over ... de Livescribe. Een vreemd gevalletje vicieuze cirkel. Bij m’n laatste gesprek vorige week heb ik de pen in m’n tas gehouden. ’t Was een vergadering met wat oudere mensen die de schok over m’n iPad nog maar nauwelijks te boven zijn. Dit wilde ik ze niet aandoen. En zoveel belangrijks werd er niet gezegd.

Sunday, February 6, 2011

De heimelijke genoegens van het plaatjes plakken

Het is weer voetbalplaatjestijd. Mijn overijverige zoon heeft de AH-klanten een recordaantal pakjes afgetroggeld. Die moeten uitgepakt, gesorteerd, ontdubbeld en … ingeplakt. Dat laatste doe ik. Onder protest, maar vol geheim genoegen. Het voetbalplaatjesverzamelboek is dit jaar namelijk erg interessant. Bij elke speler staat een jeugdfoto en een korte biografie. Dat leidt onafwendbaar tot allerlei semi-wetenschappelijke inzichten.

Zo weet ik nu zeker dat mooie kinderen lang niet altijd mooie volwassenen worden. Sterker nog: meestal niet. Een van de schattigste blonde jongetjes in het boek (Mika Väyrynen van Heerenveen) werd in volwassen versie door de kinderen spontaan omgedoopt tot Frankenstein. En menig lelijk, oerdom kijkend jochie blijkt als volwassen voetballer niet te versmaden. Slechts in een enkel geval zijn de beautygenen sterk genoeg om de pubertijd te overleven. Nu ik dit weet, stop ik mijn prachtige blonde kindertjes ’s avonds zacht snikkend in bed.


Hoe meer ik plak, hoe meer voetbalwetten zich aan mij openbaren. Een greep:

- voetbaltrainers zijn opvallend vaak kaal (en lijken al helemaal niet op wie ze als klein jongetje waren).

- Voetballers komen zelden of nooit uit Azië, Australië of Noord-Amerika.

- Er zijn heel veel Marokkaanse voetballers. Op de een of andere manier lijkt me dat goed voor de integratie (je hoort Geert er nooit over!)

- De herkomst van een speler laat zich heel goed afleiden uit de jeugdfoto. Dit geldt vooral voor Scandinaviërs (blond, weidse uitzichten) en Marokkanen (vergeelde foto, jaren ’70 kleding). Toon mij uw jeugdfoto en ik zeg u waar uw wiegje stond!

Natuurlijk roept het boek ook vragen op. Wie heeft al deze informatie verzameld? Hoe vaak is er met stijgende paniek naar de zaakwaarnemer van de Hongaar Bálàzs Toth (zonder jeugdfoto in het boek) gebeld? “We moeten hem vanmiddag voor half 5 echt hebben!” Welke creatieve tekstschrijver brouwde de opzettelijk lange zinnen bij spelers die overduidelijk niets te melden hadden? (“Toen ergens halverwege de jaren tachtig een krijsend kereltje op de wereld kwam, noemden zijn trotse ouders hem Tim Joost Christiaan Vincken“) Maar vooral: onder welke omstandigheden is deze niet-zo-jonge-jeugdfoto genomen van Jan van Dijk, trainer van VVV-Venlo?